Victor Bourgeois (1897-1962) a trouvé depuis longtemps sa place dans l’histoire de l’architecture du XXe siècle.
En 1922, à 25 ans, il fonde le journal d’avant-garde 7 Arts et construit une cité-jardin d’inspiration cubiste immédiatement publiée dans les principales revues de l’époque. Il est lié d’amitié avec René Magritte, qui illustre ses publications, avec Théo Van Doesburg, Adolf Behne, Hannes Meyer, Le Corbusier… Il partage une grande complicité avec Fernand Léger et Robert Mallet-Stevens admire ses constructions.
Il joue un rôle essentiel dans l’organisation des Congrès internationaux d’architecture moderne (CIAM) et organise le troisième congrès à Bruxelles sur le thème du lotissement rationnel.
Son frère, Pierre Bourgeois (1898-1976), lui apporte son soutien indéfectible dans ses multiples entreprises éditoriales et introduit dans leur univers plastique les dimensions poétiques, littéraires, musicales et cinématographiques.
Ce livre est le premier qui leur est consacré.
Victor Bourgeois (1897-1962) heeft sinds geruime tijd zijn plaats in de architectuurgeschiedenis van de twintigste eeuw ingenomen. Op 25-jarige leeftijd richt hij het avant-garde tijdschrift 7 Arts (1922-1929) op en bouwt hij een modernistische tuinwijk die meteen in tal van toonaangevende tijdschriften wordt gepubliceerd. Hij is bevriend met René Magritte, Theo Van Doesburg, Adolf Behne, Hannes Meyer, Le Corbusier,… Ook met Fernand Léger heeft hij een goede verstandhouding en Robert Mallet-Stevens bewondert zijn gebouwen. Hij speelt een essentiële rol binnen de Congrès inter-nationaux d’architecture moderne (CIAM) en organiseert het derde congres in Brussel met als thema de rationele verkaveling. Zijn broer Pierre Bourgeois (1898-1976) is zijn leven lang voor hem een steun geweest. Samen richten ze tijdschriften op en schrijven ze teksten. Pierre introduceert Victor in avant-garde kringen en brengt hem in contact met de poëzie, de literatuur, de muziek en de film.
Dit is het eerste boek dat aan de gebroeders Bourgeois is gewijd